Frons jij soms ook je wenkbrauwen als je iemand hoort goochelen met allerlei taalkundige begrippen? Nu hoeft dat niet meer, want in dit korte blogje vertel ik je haarfijn wat ze allemaal betekenen.
Vandaag buigen we ons over het aptoniem en het eponiem.
We weten het al eeuwen, ‘nomen est omen’, zeg me hoe je heet en ik zeg je wie je bent. Het aptoniem is de naam die mooi aansluit bij wat de drager ervan in het dagelijkse leven doet (wat vaak tot grappige combinaties leidt). Meneer De Schrijver die de mooiste romans uit zijn pen tovert. Mevrouw De Bakker die elke dag voor een lekkere snee witbrood zorgt. Zoiets.
Een voorbeeldje dat ik zelf ben tegengekomen: Andy Penne schrijft stukjes voor de lokale krant.
Ik pik er een paar van het internet (op www.taalvoutjes.nl vind je er een heleboel), gewoon, omdat ze zo grappig zijn!
Peter Taal is (of was) taaladviseur NOS.
Sjef de Cock die als chef-kok aan de slag is.
En tot slot eentje voor de vele Vlamingen: de familie Planckaert met hun houthandel!
Opgelet, een eponiem is iets anders! Een eponiem is een woord dat afgeleid is van een eigennaam van een historisch figuur. Wist je dat het Franse poubelle (vuilnisbak) eigenlijk de familienaam was van Eugène? Tot het einde van de 19de eeuw werd vuilnis gewoon zo op straat gegooid (met alle gevolgen van dien, ongedierte en zo). Daarop besliste de prefect van de Seine per arrest dat de Parijzenaars een houten ton moesten gebruiken, die de stad dan kon ophalen. En de rest is taalgeschiedenis!
Ik geef je voor de volledigheid nog een lijstje mee met enkele woorden waarvan je nooit had gedacht dat je ook gewoon zo kon heten: nicotine (Jean Nicot), lynchen (Charles Lynch), boycot (Charles Boycott), saxofoon (Adolphe Sax, maar dat wist je vast al), guppy (je weet wel, het visje, maar ook Robert John Lechmere Guppy), draconisch (naar de Atheense wetgever Draco) …
Heb je zelf nog voorbeelden van aptoniemen of eponiemen? Laat ze me dan zeker weten!